Huize ter Marse

 

 

Huize ter Marse 1

Huize ter Marse 7

Huize ter Marse 9

Huize ter Marse 2

SHCW hm 10k

 

Huize ter Marse

Geschiedenis
Het Streekhistorisch Centrum is sinds 1975 gevestigd in de stijlvolle villa Huize ter Marse. Twee stenen met inscripties ‘18 H. M.’ en ‘J.A.M. 84’ aan weerszijden van de voordeur verwijzen naar de eerste bewoners: Harm Maarsingh en Jantina Arendina Meursing en het bouwjaar 1884. Het huis had toen het karakter van een herenboerderij: een bakstenen gevel, ornamenten boven de ramen en een klein balkonnetje in het midden boven de voordeur.

In 1919 nam hun zoon Jacob het huis over en liet het grondig verbouwen, waardoor het huis een heel nieuwe voorgevel kreeg. Ook het interieur werd gemoderniseerd.
– de dakranden werden verbreed en de voorkant van het huis kreeg een bordes en een balkon.
– er werd een fraaie tuin in Engelse stijl aangelegd
– de bedsteden in de voorkamer werden verwijderd en vervangen door een haardhoek
– de villa kreeg de naam Huize Ter Marse.

In 1937 werd een dienstwoning achter de villa gebouwd voor de tuinman van de familie Maarsingh. Deze dienstwoning voorzag tevens in een grote garage en een varkenshok.

In de jaren dertig werden Jacob Maarsingh en zijn vrouw Catharina lid van de NSB. In 1937 kwam Jacob voor deze partij in de Eerste Kamer en in 1940 werd hij door Anton Mussert benoemd tot gemachtigde voor de Noordelijke provincies. Na de bevrijding in april 1945 werden Maarsingh en zijn vrouw met vele andere NSB-ers opgepakt. Maarsingh werd geïnterneerd tot 17 juli 1948, o.a. in kamp Sellingerbeetse, en verloor zijn kiesrecht.

Splitsing
In 1949 werd het huis gesplitst. Het voorste deel van het huis bleef de woning van Jacob Maarsingh en zijn vrouw, terwijl het achterste deel werd verhuurd.

De laatste bewoonster, Catharina Maarsingh-Westerhuis overleed in 1970. Ze liet Huize Ter Marse, met bijbeho­rende gebouwen en grond, na aan de gemeente Stadska­naal. Ze be­paalde dat de bestemming van Huize Ter Marse ten goede moest komen aan de gemeenschap.

Het gemeentebestuur aanvaardde het legaat en besloot in 1974 het pand aan het Streekhistorisch Centrum te verhuren. Aanvankelijk bleef het achterste deel van het huis nog bewoond. In 1995/1996 werd het interieur grondig verbouwd en kwam het hele gebouw beschikbaar als museum. Sinds 2000 zijn Huize ter Marse inclusief de dienstwoning en omliggende bomen erkend als Rijksmonument. In de loop van 2012 zal de dienstwoning worden gerestaureerd en dan ook een publieksfunctie krijgen.

Huisje van Manning
Jarenlang stond achter Huize ter Marse de bijbehorende dienstwoning – in de volksmond het ‘Huisje van Manning’ genaamd- te verkommeren.  In 2012 is het met steun van de gemeente Stadskanaal, de provincie Groningen en het SNS Fonds Wildervank  helemaal opgeknapt en kreeg het Streekhistorisch Centrum  er  een expositieruimte, een werkkamer en archiefruimte bij. Op de bovenverdieping van het gebouw is ook klimaatbeheersing aangebracht waardoor de kranten- en documentencollectie er veilig voor de toekomst kan worden bewaard. Op 14 september 2013 werd het gebouw door wethouder Erik Bieze feestelijk in gebruik genomen.